Het wetsvoorstel over het afschaffen van de vaste bedenktermijn is donderdag met grote meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen. Het was hoog tijd dat de abortuswet, die sinds 1984 ongewijzigd is, werd aangepast.
Nu het wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer, zullen de initiatiefnemers Jan Paternotte (D66), Corinne Ellemeet (GroenLinks), Ockje Tellegen (VVD) en Attje Kuiken (PvdA) het voorstel verdedigen in de Eerste Kamer.
Verplichte bedenktijd
De afschaffing van de vaste bedenktermijn zal betekenen dat je bij een ongewenste zwangerschap niet verplicht vijf dagen hoeft te wachten na een bezoek aan de huisarts.
De verplichte bedenktijd is fysiek en mentaal belastend. Vaak hebben mensen al een traject doorlopen voordat zij naar een huisarts gaan, en als er bedenktijd nodig is, is bij de één langer maar bij de ander korter.
In het wetsvoorstel dat nu is aangenomen kunnen mensen zélf, samen met hun arts, bepalen hoe lang ze willen nadenken of ze willen overgaan tot abortus.
Uit een evaluatie van de abortuswet (inmiddels vijftien jaar geleden) is ook gebleken dat de bedenktermijn geen invloed had op de zorgvuldigheid van het besluit van de vrouw. In 2020 was de conclusie van de evaluatie hetzelfde.
Abortuspil bij de huisarts
Het afschaffen van de bedenktermijn is een eerste belangrijke stap in het hervormen van de abortuswet. Nu is het belangrijk dat de huisarts ook de abortuspil mag voorschrijven, zodat die niet eerst hoeft door te verwijzen naar een abortuskliniek of het ziekenhuis.
Mensen die een abortus ondergaan geven vaak de voorkeur aan een behandeling door iemand die ze kennen en vertrouwen. Het is daarom belangrijk dat we ons blijven inzetten voor vrije keuze, en dat zoveel mogelijk onnodige barrières worden weggenomen.