Voordat Tineke Strik Europarlementariër werd, onderzocht ze ook voor de Raad van Europa al het vluchtelingenbeleid van Europese landen. In haar laatste rapport stelde ze de praktijken aan de buitengrenzen van de EU aan de orde. In veel EU-landen (Polen, Hongarije, Bulgarije, Griekenland, Kroatië, Spanje, Italië) worden migranten vaak zonder pardon geweigerd aan de grens of met veel geweld teruggestuurd, zonder dat ze de kans krijgen om een asielverzoek in te dienen. Strik beantwoordt vier veel gestelde vragen over haar onderzoek.
1. Wat zijn pushbacks?
Het automatisch terugsturen, zonder dat vluchtelingen een kans krijgen om asiel aan te vragen. Deze zogenaamde pushbacks, zijn een schending van de rechten van vluchtelingen. De kans bestaat dat de vluchtelingen bij terugkeer vervolgd worden, of dat het land waar ze naartoe teruggestuurd worden onveilig is.
De Europese Unie moet juist vluchtelingen wettelijke bescherming bieden: als vluchtelingen aankloppen aan de grens van een EU-lidstaat of in territoriale wateren zijn, moeten ze toegang krijgen tot een asielprocedure waarin wordt onderzocht of ze bescherming nodig hebben. In principe mogen deze mensen pas worden teruggestuurd als het asielverzoek is onderzocht en afgewezen en een veilige terugkeer naar het herkomstland kan plaatsvinden.
2. Zijn er landen die vluchtelingen zonder procedure terugsturen?
De Europese Commissie geeft veel geld aan landen aan de buitengrenzen van de Europese Unie om die grenzen streng te bewaken. Maar het ontbreekt aan aandacht voor mensenrechten, met name het recht op bescherming. Omdat vluchtelingen niet eerlijk binnen Europa verdeeld worden en de landen aan de buitengrenzen de meeste asielzoekers moeten opvangen, proberen zij zoveel mogelijk om vluchtelingen buiten de deur te houden.
Vluchtelingenorganisaties zoals de UNHCR hebben inmiddels aangetoond dat pushbacks aan de orde van de dag zijn. Uit onderzoek blijkt dat pushbacks geen incidenten zijn, en dus niet te wijten aan een ongehoorzame of onwetende grenswacht, maar een bewust beleid zijn van landen om vluchtelingen tegen te houden en om ze het recht om asiel aan te vragen te onthouden. Sommige landen, zoals Hongarije, zijn daar zelfs trots op.
3. Wat moet er veranderen?
Het is duidelijk: het Europees asielbeleid moet op de schop. We moeten werken aan een solidair en werkbaar systeem, zodat vluchtelingen eerlijk over Europa verdeeld worden. Zodat niet de landen die toevallig op een vluchtelingenroute liggen de grootste last dragen. Alleen dan zullen de EU-landen stoppen met de pushbacks. Maar het dossier ligt enorm gevoelig bij de EU-landen. Er zit al een paar jaar geen beweging in.
4. Wat moet er in de tussentijd gebeuren?
Tot die tijd moet de Europese Commissie aan de slag om de grenspraktijken beter te monitoren en desnoods naar de Europese rechter stappen als EU-landen zich niet aan afspraken houden. In het Europees Parlement zal ik me ervoor inzetten dat er een einde komt aan de pushbacks zodat alle vluchtelingen toegang hebben tot een eerlijke asielprocedure.