GroenLinks wil van minister Bruins horen of hij meewerkt aan verduurzaming van de kunstgrasvelden. ‘Iedere voetbalamateur weet dat je aan het eind van een wedstrijd met een tas vol rubberen korrels op de fiets stapt. En ze liggen ook in de sloot achter het doel’, zegt Kamerlid Lisa Westerveld. ‘Eigenlijk is het bizar dat op die manier verpulverde autobanden in ons milieu terechtkomen.’
 

Deze week behandelt de Tweede Kamer de sportbegroting van 2019 met Bruins. GroenLinks zal daar voor grotere milieuambities pleiten rond de sportcomplexen. Ook Westerveld snapt waarom amateurclubs kunstgras gebruiken, maar de speelvelden moeten echt minder vies. ‘Bij GroenLinks vinden we dat we in de zeer nabije toekomst van die rubber pulp af moeten. De minister moet ze helpen bij hun denkrichting.’

Een suggestie heeft Westerveld wel: ‘Ik wil een toekomst zonder die rubberkorrels. En bovendien hoort bij een geleverde grasmat een recycleverplichting. Een kunstgrasveld slijt in 10 jaar tijd op. Producenten moeten worden verplicht de mat weer op te halen en opnieuw te verwerken in nieuw materiaal voor een kunstveld. Zo’n afspraak kan als voorwaarde worden gesteld als sportverenigingen een beroep doen op de subsidieregeling die we hebben voor bouw en onderhoud van sportaccommodaties. Daar moet de minister toch voor te porren zijn?’

GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger riep de regering al samen met Westerveld op de branche verantwoordelijk te maken voor de recycling. ‘Dat blijft wat mij betreft de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris voor milieu. Maar via de subsidieregeling die de Kamer met de minister van sport bespreekt, gaan bedrijven het voelen als ze zich er niet aan houden: milieubewust ondernemers hebben dan domweg meer voordeel. Op deze manier houden we sporten toegankelijk, maar houden we ook rekening met het milieu.’