Er zaten drie jongens van een jaar of vijftien op een matrasje in de iets verwarmde moeder-kindopvang in het ontvangstcentrum Vinojug in Gevgelija in Zuid-Macedonië. Ze zaten te dollen zoals puberjongens dat doen. Duwen, trekken, beetje lachen. Ze hielden zich groot. Misschien zijn ze ook wel groot. Als je alleen reist, moet je wel.
Europarlementariër Judith Sargentini bezoekt vluchtelingenkampen in Griekenland, Macedonië en Servië. Ze blogt over wat ze ziet, foto's staan op Facebook.
Minderjarige vluchtelingen
De Macedonische regering laat geen minderjarigen alleen doorreizen. Ze hebben begeleiding nodig. De jongens zeggen dat ze in het gedrang aan de grens hun oudere broer even kwijt zijn geraakt, maar dat die er aan komt. Er wordt druk geappt. De grote broer moest wel gevonden worden.
Want zonder voogd, kun je niet verder reizen. Je komt niet op de trein, maar ze sturen je naar een opvangcentrum voor alleenstaande minderjarige asielzoekers in Skopje. En vandaar is het moeilijk doorreizen naar West-Europa. Kinderen zonder begeleiding wordt gestimuleerd een voogd te vinden. De autoriteiten zien ze liever doorreizen en dat willen ze zelf ook.
Op zoek naar een voogd
De doorreispapieren staan op de naam van de voogd. Tot voor enige weken kregen de kinderen hun eigen papieren ook niet mee. Een neef of oom, iemand die zegt je oom te zijn, of gewoon iemand die dezelfde taal spreekt, iedereen werd als voogd geaccepteerd door de autoriteiten. Het is wel eens voorgekomen dat een kind vlak voor de Servische grens weer door zijn 'nieuwe familie' gedropt werd. Overtollige ballast. En dan stond daar een kind zonder begeleiding en zonder papieren.
De UNHCR heeft de Macedonische overheid geholpen om intensiever onderzoek te doen naar de familiebanden en kinderen ook eigen papieren te geven. Daarmee worden ze minder afhankelijk van grote broer.
Om dit soort kinderen in het oog te houden vormden de UNHCR-medewerkers een app-groepje. Naam, leeftijd en foto van het kind worden over de app gegooid zodat collega's aan de andere kant van de spoorlijn kunnen kijken of ze er nog zijn, of de grote broer er nog is, en of het dus een beetje met ze gaat.
Ik verloor de drie jongens gister uit het oog in Zuid-Macedonië, maar vandaag zag ik ze weer. Ze stonden in de rij voor de treinkaartjes in Presevo, Servie. Vijftien schat ik ze, niet veel ouder.