Deze week sloot Frankrijk haar grenzen met Italië, lezen we over schrijnende situaties bij Calais, maakte Griekenland bekend dat dit jaar al 46.000 vluchtelingen zijn binnengekomen en kennen het drama achter de verdronken Syriër die op Texel aanspoelde. Dat het vluchtelingenbeleid herzien moet worden is helder, maar tot teleurstelling van Europarlementariër Judith Sargentini schoven de Europese ministers de hete aardappel dinsdag weer door.
In Luxemburg overlegden de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken over de vluchtelingencrisis. Ze bespraken onder andere de plannen die de Europese Commissie in mei presenteerde voor meer solidariteit in de EU:
- EU-landen moeten verplicht over een periode van twee jaar veertigduizend Syriërs en Eritreeërs uit Italië en Griekenland opvangen in hun eigen land,
- en ze worden gevraagd om twintigduizend vluchtelingen uit de regio een thuis te geven.
Volgens de voorgestelde verdeelsleutel zou Nederland 2047 vluchtelingen uit Italië en Griekenland moeten opnemen en 732 vluchtelingen uit de regio hervestigen.
De JBZ-ministest bespraken vandaag deze verdeelsleutel, maar tot een besluit is niet gekomen. Sargentini ziet het kat-en-muisspel met lede ogen aan.
“Elke dag telt dubbel wanneer je een oorlog ontvlucht en in mensonterende omstandigheden probeert te overleven tussen miljoenen vluchtelingen. Het is wrang dat in Luxemburg er onderhandeld wordt over een tiental meer of minder vluchtelingen.”
Sargentini ziet het voorstel voor herverdeling van vluchtelingen uit Zuid-Europa in andere lidstaten een goed begin. “Dit is een duidelijk signaal dat het Dublin-systeem failliet is en dat we niet zo verder kunnen. Het Europese Mensenrechtenhof heeft dit al meermalen aangekaart. Ook wij vragen al langer om meer solidariteit tussen lidstaten en met de vluchtelingen. Een betere verdeling over Europa hoort daarbij.”