Op de vlucht lees ik in de briefings van de VN-organisaties UNHCR en de International Organization for Migration (IOM) over de situatie in Tunesië en Egypte. Het duizelt me van de cijfers maar de lijn is helder: Tunesië heeft veruit de meeste mensen opgevangen. Het westen van Libië is nu eenmaal veel dichter bevolkt dan het oosten, dus de Egyptische grens heeft 't rustiger.
De arbeidsmigranten die legaal in Libië werkten, zijn door het IOM op een vlucht naar huis gezet: Pakistani, Bangladeshi, Irakezen, ze zijn allemaal niet meer hier. Zij die overbleven, kunnen of willen niet naar huis: Eritreeërs, Ethiopiërs, Soedanezen, Somaliërs, Darfuri, Palestijnen, Ivorianen.
Delegatie van het Europees Parlement
Ik kan de boodschap van de UNHCR en de Tunesische autoriteiten wel uittekenen: neem deze vluchtelingen van ons over en geef ze een nieuw huis in Europa. Wij hebben met onze eigen revolutie en ingestorte toeristenindustrie wel wat anders aan ons hoofd.
We stappen over in Tunis. Da's even in heisa want de eerste vlucht was te laat en ook al werd de bagage doorgeboekt naar Djerba, daar dachten ze in Tunis anders over. Uitklaren, bagage halen, inchecken, en de vlucht gehaald. Die was ook te laat.
Hotel resort Oddyssee
In Djerba op de bus naar het hotel Holiday resort Oddyssee. De burgemeester van Zarzir heeft zich afgemeld. Zijn afspraak wordt naar de volgende ochtend verplaatst. We checken in, verbazen ons over de parasols, het zwembad, het paradijs en de onschuldige toeristen en gaan naar de mondelinge briefing van de UNHCR en de andere clubs.
Ik heb m'n briefings inderdaad goed gelezen. De bijeenkomst levert weinig nieuws op, maar het is een goede kennismaking met de mensen die we de dag er op in de kampen nog zullen zien. Ze wonen vrijwel allemaal ook in Oddyssee. Een bizarre combi.