De eerste tekst die een werkgroep publiceerde was over de financiering van klimaatschade. De werkgroep die dit had voorbereid kwam met drie opties: (1) een fonds als onderdeel van verschillende oplossingen; (2) hetzelfde voorstel, maar dan de beslissing doorgeschoven naar volgend jaar; en (3) een scala aan financiële oplossingen, zonder een fonds te noemen. Hoewel optie 3 steeds de voorkeur genoot van Europa en andere rijke landen, kondigde Timmermans in de plenaire zaal aan dat Europa optie 1 kan steunen, mits er wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo worden meer landen, zoals China en de Verenigde Arabische Emiraten (zonder deze bij naam te noemen), gevraagd bij te dragen en moeten alleen de allerarmste landen en kleine eilandstaten geld krijgen uit het fonds.
Europa heeft ook steeds gezegd dat er meer moet gebeuren om de wereldwijde uitstoot omlaag te krijgen. Zoals ik gister ook beschreef in mijn blog: we zijn er nog lang niet. De teksten die gisteren kwamen uit de werkgroep die gaat over het tegengaan van klimaatverandering waren teleurstellend. De beste optie was het onderschrijven van de ambities van vorig jaar, zonder iets extra's te leveren.
Toen vanochtend uiteindelijk de eerste concept-conclusies gepubliceerd werden, bleek de tekst op klimaatambitie inderdaad nog te zwak. Landen worden (nogmaals) aangespoord om vóór volgende top nieuwe klimaatdoelen in te leveren, een update van het Glasgow-akkoord, dat het nog over eind 2022 had. Zo verliezen we een belangrijk jaar voor het klimaat. Een lichtpuntje is dat er gewerkt moet worden aan het in lijn brengen van financiële stromen met het Parijs-akkoord om de wereld onder de 1,5 graad opwarming te houden. Maar nieuwe ambitie, die ons daadwerkelijk dichter bij de Parijsdoelen brengt, ontbreekt. En dat is waar het voorstel van Europa belangrijk wordt.
Want de uiteindelijke deal moet een balans zijn tussen zowel klimaatambitie, als eerlijk klimaatbeleid. Bij gebrek aan Egyptisch leiderschap, legt Europa nu zelf een voorstel op tafel, waarbij het eindelijk een leidende rol op zich neemt. Europa stelt voor om al deze top het fonds toe te zeggen, maar verwacht daar meer klimaatambitie in het uiteindelijke akkoord voor terug. Het belangrijkste statement: de wereldwijde uitstoot moet pieken in 2025. Ook wil Europa de uitfasering van kolen concretiseren om landen beter te kunnen houden aan die afspraak. Daar had de Europese Commissie steviger moeten zijn en alle fossiele brandstoffen, dus ook olie en gas, moeten noemen.
Al met al een duidelijke stap. Dit duwt de VS, maar vooral China, in de verdediging. China heeft steeds gezegd een fonds te willen, maar vooral omdat dit een manier was om arm en rijk tegen elkaar uit te spelen. Europa stelt nu een dergelijk fonds voor, maar China zou daar volgens de EU ook aan moeten bijdragen. Dit is interessant voor de armste landen, maar China wil dit absoluut niet. China presenteert zich graag als woordvoerder van de armste landen, met het voorgestelde fonds komt die rol onder druk te staan.
Europa trekt met dit voorstel dus de ontwikkelingslanden naar zich toe. Die zijn ook gebaat bij meer klimaatambitie. Zo ontstaat er ruimte om daar afspraken op te maken. China staat daarom nu onder druk om ja te zeggen op een fonds dat verworden is tot iets wat zij niet willen, terwijl ontwikkelingslanden nu naar China gaan kijken om meer klimaatambitie te accepteren.
Deze middag staat een tweede plenaire sessie gepland, nu met een concepttekst om over te praten. Ga er maar vanuit dat de tijd tot deze bijeenkomst achter gesloten deuren wordt besteed, waarbij landen proberen zoveel mogelijk plooien glad te strijken. Cruciaal is nu wat de Amerikanen en Chinezen weten af te spreken. Maar dat Europa met deze zet de discussie open heeft gebroken, is goed nieuws voor een top die anders waarschijnlijk was geëindigd in een debacle. Reken maar dat deze “laatste dag” nog een goede 48 uur duurt.