“De energie-intensieve bedrijven van Nederland krijgen eindelijk het deksel op de neus: ze kregen jarenlang teveel gratis uitstootrechten.” Europarlementariër Bas Eickhout reageert positief op de uitspraak van de hoogste Europese rechter dat de Nederlandse energie-intensieve industrie te veel gratis rechten (ETS) heeft gekregen om broeikasgassen uit te mogen uitstoten. Dit is de onverwachte uitkomst van een zaak die onder andere door de Nederlandse tak van Dow Chemical was gestart omdat ze vonden dat ze te weinig gratis rechten ontvingen.
Door de rechtszaak kwam naar boven dat de Europese Commissie een verkeerde rekenmethode gebruikte om de gratis uitstootrechten – onder het mom van internationale concurrentie – uit te delen. De Europese Commissie krijgt nu tien maanden om haar rekenwerk over te doen.
Te complex
Eickhout ziet in de uitspraak van de rechter de bevestiging dat het huidige systeem van handelen in CO2-uitstootrechten veel te complex is geworden. “Zowel de wetgever als de bedrijven die eraan moeten voldoen begrijpen het niet meer. De oplossing is simpel: enkel gratis rechten voor die sectoren die het echt nodig hebben.”
Het is al jaren bekend dat er veel te veel gratis rechten uitgegeven worden. Bedrijven hebben enorme winsten kunnen maken door de prijs van emissierechten, waarvoor ze zelf niet hebben hoeven te betalen, wel gewoon door te rekenen aan klanten. Dit alles onder de mom van het carbon leakage, dat de CO2-uitstoot naar het buitenland zou lekken als Europese bedrijven minder produceren. Al is dat nog nooit aangetoond.
Eickhout: “Ik vecht al lang tegen onterechte gratis emissierechten, maar stuit altijd op een muur van politici die volledig meegaan met de industriële lobby. Het is mooi om nu steun vanuit onverwachte hoek te krijgen."
Het is hoog tijd dat het Europese emissiehandelssysteem er daadwerkelijk voor gaat zorgen dat de vervuiler betaalt voor de aangerichte schade, vindt Eickhout. “We zijn in Brussel net begonnen aan een herziening van ETS. Ik hoop dat deze uitspraak eraan bijdraagt dat collega-politici tijdens deze herziening kritischer naar de beweringen van de industrie kijken. Ervaring leert dat de desbetreffende sectoren namelijk altijd in de eerste plaats hun eigenbelang najagen.”