De Duitse vrijwilliger bij de tweedehands kledinguitdeling in het Griekse Idomeni, vlak aan de grens, doet zijn best om zich in te leven in de jonge moeder van een klein meisje. Hij komt met een roze winterjasje aan. Het past niet. Het jasje is voor een kind van zes, haar dochtertje lijkt me drie.
Europarlementariër Judith Sargentini bezoekt vluchtelingenkampen in Griekenland, Macedonië en Servië. Ze blogt over wat ze ziet, foto's staan op Facebook.
Een paar honderd meter verder, in Gevgelija, net over de grens met Macedonië, zie ik moeders en kinderen spelen in de verwarmde kinderopvang. De trein laat nog even op zich wachten, dus ze hebben een halfuurtje.
In de child friendly zone van het grenskamp Tabanovce in Noord-Macedonië zit een moeder met een stapel billendoekjes haar peutertje schoon te maken. Er gaat een stevige laag zalf op de billen van het meisje, schone luier er overheen en dan gaan ze weer verder.
Er worden overal jassen en schoenen uitgedeeld, juist ook in kindermaten. Luiers zijn beschikbaar en zo hier en daar zie ik ook speelgoedautootjes en kleurboeken. In Presevo, alweer in Servië, staat een groepje kinderen fanatiek bellen te blazen. Heel even ontspannen terwijl ouders in de rij staan voor de registratie, iets te eten of het verdere busvervoer.
Vluchten is wachten. Wachten tot je weer een stapje verder kunt en dan is het haasten zodat je nog in de trein past. Het is constant onduidelijk wat je te wachten staat. Iedereen is moe en vies en koud. En bang. Niemand heeft tijd, niemand krijgt tijd. Iedereen moet door. De vluchtelingen wil niet stranden, de autoriteiten in een Balkanland willen ze niet zien stranden. De doorlooptijd voor het registratiekamp in Servië is vier uur. Dan is vrijwel iedereen weer vertrokken. Kinderen op de arm, op de rug, aan de hand en verder.
Natuurlijk zijn er ook alleenstaande jongemannen, maar de tijd dat zij de overgrote meerderheid vormden, is voorbij. En dat is een slecht teken. Jonge mannen zijn de vooruitgeschoven post van de familie. Zolang zij alleen komen, is de inschatting dat de andere familieleden het nog wel even uithouden, zolang er maar zicht is op verbetering. Als steeds meer ouders met kleine kinderen op een bootje stappen, suggereert dat de verdieping van de crisis.
Er zijn een aantal redenen voor te geven: de oorlog verhardt; er is geen uitzicht op terugkeer; de situatie in kampen in Turkije gaat achteruit; vertrekken voordat de grenzen hermetisch dicht gaan en Europese lidstaten die gezinshereniging drastisch beperken. Denemarken laat hereniging pas na drie jaar toe en Duitsland speelt ook met dat idee.
En dus slepen ouders in de winter hun peuters en kleuters mee op deze reis met gevaar op verdrinken, verongelukken, misbruik, mishandeling door smokkelaars en grensbewakers, honger, kou en viezigheid.
Het is tijd om ons beeld bij te stellen: jonge mannen op de vlucht is relatief goed nieuws.