Het debat over klimaatverandering gaat vaak over het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen (mitigatie) en het aanpassen van de samenleving aan het veranderende klimaat (adaptatie). Ondanks de vooruitgang op deze punten, hebben we steeds vaker te maken met klimaatschade. Overstromingen zoals in Pakistan - zo’n 40 miljard dollar schade en miljoenen mensen waarvan het leven wordt verwoest - komen steeds vaker voor door klimaatverandering. Maar naast deze rampen zijn er ook langzame ontwikkelingen, zoals zeespiegelstijging die de hele eilandstaten opslokken.
Wetenschappers schatten dat deze schade voor ontwikkelingslanden zal oplopen met 290 tot 580 miljard dollar per jaar in 2030, en meer dan een biljoen dollar in 2050. Zelf hebben deze landen die klimaatverandering nauwelijks veroorzaakt, terwijl ze ook niet de technische capaciteit en het geld hebben om hun land na deze verwoestingen op te bouwen. Daarnaast is het onmogelijk die landen te vragen om geld te steken in klimaatmaatregelen, als ze al het geld nodig hebben om hun land weer op te bouwen, mensen een onderdak te geven en landbouw gebieden te herstellen. Zoals de Pakistaanse minister vandaag treffend zei: “Het beschikbaar stellen van geld is simpelweg een kwestie van overleven voor miljoenen mensen.”
Deze discussie is verre van nieuw, maar het probleem wordt alsmaar groter en steeds zichtbaarder. Al jaren proberen ontwikkelingslanden dit op de agenda te krijgen van internationale conferenties, ook onder het Parijsakkoord is dit een thema. Maar tot nog toe is er nauwelijks iets concreets gebeurd. Tijdens de vorige top in Glasgow zijn de landen daarom overeengekomen een dialoog op te zetten om het thema door te spreken, maar die uitkomst is niet concreet en zorgt vooral voor uitstel. Daarom willen ontwikkelingslanden dit jaar meer toezeggingen krijgen van rijke landen dat er geld voor klimaatschade komt. En gelijk hebben ze.
De afgelopen dagen is er weinig vooruitgang geboekt op dit front. Rijke landen proberen te laten zien dat ze dit thema serieus nemen, maar nog zonder geld toe te zeggen. Natuurlijk zijn er wat landen die symbolische bedragen hebben toegezegd, zoals Denemarken, Nieuw-Zeeland en België, maar dit gaat over miljoenen in plaats van miljarden. Ook wordt er ingezet op verzekeringen voor klimaatschade, maar dit is geen geloofwaardige oplossing voor mensen die nauwelijks het geld hebben om dagelijks rond te komen. Laat staan voor landen die nu vaak al diep in de schulden zitten.
Deze top moet daarom meer opleveren dan een proces of een dialoog, maar er moet duidelijkheid komen over het eindbeeld: er moet financiering komen voor klimaatschade. Het is helaas niet realistisch om te verwachten dat er nu al grote bedragen worden toegezegd. Het zal ook eerst duidelijk moeten worden welke voorwaarden, definities en organisatie nodig zijn om dit op een effectieve manier uit te keren. Maar overeenstemming over het einddoel, zou een belangrijke stap zijn en een goede uitkomst van de klimaattop. Die ook het vertrouwen van ontwikkelingslanden kan herstellen, want uit de gesprekken vandaag blijkt wel: er is maar weinig vertrouwen vanuit het mondiale zuiden in de rijke landen. De afspraken zijn te vaak geschonden.
Voor rijke landen is financiering van klimaatschadeeen grote stap, want het zou erkenning zijn van de schade die onze uitstoot aanricht, veelal in het mondiale zuiden. Ook is dit een goede stimulans om onze uitstoot nog sneller terug te verlagen. Veel mensen willen het misschien niet zien of toegeven, maar we hebben, net als in Nederland en Europa, ook op wereldniveau stevige solidariteit nodig om klimaatverandering het hoofd te bieden. We zitten allemaal in dezelfde lekkende boot.
Voor vandaag betekent dit dat we goed luisteren naar de behoeften en, vaak indrukwekkende, verhalen van mensen uit ontwikkelingslanden en zullen dat ook duidelijk teruggeven aan Timmermans, die namens de EU aan de onderhandelingstafel zit. Hij zal een grote handreiking moeten doen. In zijn speech in de plenaire zaal bleef dit uit, maar we zijn gelukkig nog niet aan het einde van de top. Morgen verwacht ik de eerste concrete teksten van het Egyptische presidentschap die een nieuwe impuls moeten geven aan de discussie over financiering van klimaatschade.